Blog

Aan de chibanis, aan onze padres met grijze haren

Een artikel van Bachir Barrou, Camille Fortunier en Robin Delobel
chibanis
Aan de chibanis, aan onze padres met grijze haren

2021. De grenzen zijn gesloten. Het duurde tien dagen voor Ben Mossa begraven werd. Tien dagen om terug te keren naar zijn geboorteland.

Tientallen jaren geleden vertrok hij helemaal alleen uit het zuiden van Marokko richting België, zonder bagage en een prachtige familie achterlatend. In 2021 vertrekt hij opnieuw alleen vanuit België, zonder bagage en een prachtige familie achterlatend.

Zo keert hij op meer dan 80-jarige leeftijd terug naar Marokkaanse bodem om er in vrede te rusten. Er werd voor de meeste van zijn naasten een ceremonie op afstand gehouden. Zijn echtgenote, kinderen en kleinkinderen woonden de ceremonie bij vanop afstand, met de handen rond de telefoon geklemd, hun ogen halsstarrig op het scherm gericht voor een moment van bezinning en met een hart boordevol liefde, maar op afstand weliswaar.

Het was moeilijk en triest. Voor de familie van Ben Mossa is het lang niet evident om echt te rouwen in volle pandemie. Waardig heengaan, omringd door zijn dierbaren: dat was de wens die Mohamed voor zijn vader koesterde ...

Ba Brahim Ouachen Ben Lahcen, geboren in Marokko in 1934, kwam in 1957 aan in Frankrijk. Het werd in die tijd immers eenvoudiger om de Middellandse Zee over te steken. In 1964 vestigde hij zich in Brussel. In de jaren tachtig probeerde hij als radiopresentator verschillende culturen samen te brengen. Hij ging eind maart 2021 van ons heen. Hij zal eeuwig rusten op het islamitische gedeelte van de multiconfessionele begraafplaats in Brussel.

“Er zouden honderden boeken kunnen worden geschreven over het verhaal van mensen die hun vaderland verlieten voor onbekende contreien en daarbij hun ouders, broers, zussen en vrienden achterlieten. Onze generatie eert hen door onze aanwezigheid en onze culturele, burgerlijke, verenigings- en politieke actie", zegt zijn zoon Mohamed, een bezieler van de Marokkaanse diaspora in Brussel.

 

Het verhaal van Ben Mossa en dat van Hami Brahim schetsen – net als dat van vele anderen – een vertrek dat door tal van families in de schaduw en in alle stilte werd beleefd. Diegenen die achterblijven, zorgen ervoor dat deze chibanis of onze padres met grijze haren niet vergeten worden.

Het verhaal van Ben Mossa en dat van Hami Brahim weerspiegelen deze uitzonderlijke periode die voor velen inhoudt dat begrafenisrituelen en -gebruiken moeten worden aangepast. Hoewel veiligheid en gezondheid – of een bepaalde visie op deze paradigma’s althans – momenteel de enige politieke prioriteit lijkt, wordt een gebrek aan erkenning ervan gedeeld aan beide oevers van de Middellandse Zee.

Allemaal moeten we al meer dan een jaar elke dag opnieuw het aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen tellen. Cijfers worden gedeclameerd en geanonimiseerd, mensen die verdwijnen worden onzichtbaar gemaakt. De mannen en vrouwen die België decennialang hebben gedragen, gaan vandaag een voor een heen. De oudere generatie is aan het uitsterven en er wordt met geen woord over gerept.

In een België waarvan de multiculturaliteit wordt toegejuicht of vervloekt afhankelijk van het politieke momentum en het aantal doelpunten of missers van de Rode Duivels, wordt gemakkelijk een onderscheid gemaakt tussen wat verheerlijkt moet worden en wat vergeten.

De chibanis zijn de mannen die hebben meegewerkt aan de economische ontwikkeling van twee landen, zonder ophef te maken. De eerste Belgisch-Marokkaanse arbeiders, de uitverkoren immigranten, de uitgewisselden van een geëxporteerde beroepsbevolking bouwden het naoorlogse België weer op. Een generatie die zich toelegde op industrieel werk. Een generatie ook die elke dag opnieuw zwoegde om haar vaderland te steunen. Spaargeld werd systematisch naar gezinsleden in hun vaak landelijke geboortestreek gestuurd. Deze generatie vertegenwoordigt een belangrijk hoofdstuk uit de Belgisch-Marokkaanse geschiedenis en verdient erkenning.

Aan het eind van de jaren vijftig, nog voor de inwerkingtreding van het bilaterale akkoord van februari 1964, verlieten deze mannen Marokko. De meesten onder hen hadden de aanwezigheid van Fransen en Spanjaarden gekend. Toch bleek hun aankomst in België of Frankrijk een heuse schok, doorspekt met intense indrukken: "buitengewoon", "formidabel", "koud", "eenzaam".

Soms nog maar net meerderjarig, ontdekken deze jonge arbeiders een ander land, een andere cultuur, een ander klimaat, maar ook een andere taal. In hun dagelijkse even voelen ze zich vooral alleen, zonder ouders en zonder familie.

Maar al snel herinneren ze zich de reden van hun vertrek: werk. Ze zijn daar om te werken. Volgens de oudere generatie “kwamen de bazen in die tijd mensen aanwerven in de cafés”. De arbeiders kwamen terecht in de bouw, de openbare werken, de industrie, de landbouw, ... In de fleur van hun jeugd gaan ze geen werk uit de weg, of het nu aangegeven wordt of niet. Deze mannen schuwen fysiek werk niet en bouwen hier muren. Zo kunnen ze geld verdienen om naar ginder te sturen, naar diegenen die “thuis” zijn gebleven.

Ze bouwden Brussel en België weer op, maar net die gezichten van de jonge Marokkanen en Afrikanen van toen worden vandaag uit de actualiteit en de publieke debatten geweerd. De logica van de huidige hyperonmiddellijkheid van de zogenaamde sociale netwerken en de non-stop informatiekanalen benadrukt geweld en faits divers. De historische, sociale en geopolitieke context ontbreekt meestal. Door een ruimere en belangeloze blik te werpen op de geschiedenis en de actualiteit, kan er belangstelling ontstaan voor migratieverhalen en de bijzonderheid van de afgelegde trajecten. Door oor te hebben voor deze levensverhalen, kunnen we het pad effenen voor een zekere bewondering voor deze generatie immigranten.

Hoe kunnen we niet glimlachen als we aan hen denken? Aan hun eerste stappen in dit land, op onbekende bodem, ver weg van hun geliefde land? Aan hun moed, hun ontmoeting met de Andere, hun nieuwsgierigheid en hun ruimdenkendheid?

Hoe kunnen we niet tot bezinning komen als we ze een na een zien uitdoven, als kaarsen, in de oorverdovende stilte van deze pandemie?

Zij hebben de hoekstenen gelegd, hier en daar. Dankzij hun strijdlust en dankzij de kracht van hun wederhelft.

Onze grijze padres laten vandaag waarden, levensverhalen en families na. Hun kinderen en nakomelingen geven vandaag nog steeds vorm aan de Belgische samenleving. Deze kinderen van hier met ouders van elders worden nochtans voortdurend gewezen op hun status van immigrantenkinderen. Belgische Marokkanen van de 3e of 4e generatie die hier worden geboren, worden niet naar waarde geschat. Het is door een gebrek aan vertegenwoordiging van deze pluriforme nationale identiteit, zowel in de politiek als in de media, alsook door het structurele racisme dat daaruit voortvloeit, dat deze jongeren in een precaire situatie verkeren. Meer nog, in tijden van pandemie is het duidelijk in welke mate zij gestigmatiseerd worden. Deze kinderen – onze jongeren – worden geconfronteerd met de "obsessie" die ontstaat wanneer de spanning tussen geclaimde identiteit en toegeschreven identiteit blijft bestaan.

Het migratieproces leidt onvermijdelijk tot een invraagstelling en verandering van identiteit. Het bestaat uit verschillende fases en leidt tot een desoriëntatie van de eigen referentiepunten en tot een subjectieve hertoe-eigening van nieuwe referentiepunten. Dit proces beïnvloedt de betrokken personen, hun naasten, hun nakomelingen, het gastland en het land van herkomst.

Hun nakomelingen zijn vandaag de erfgenamen van deze geschiedenis. Ze zijn dagelijks actief op verenigings-, medisch, cultureel, politiek, wetenschappelijk, artistiek, ... vlak. Belgische Marokkanen zijn volwaardige burgers. Het is tijd om hen te erkennen en dus te waarderen. Het is tijd om hen te waarderen, net door positief over het verleden te praten.

Het is dan ook de hoogste tijd om over onze ouderen, onze chibanis, onze grijze padres te praten. Om hen te bewonderen, om hun levensverhaal te vertellen, om hen ruchtbaarheid te geven. In 2020 of 2021 gingen deze mannen van ons heen, omringd door liefde en gedachten, vergezeld door hun ervaringen, ontmoetingen en flarden van het leven, en daarbij lieten ze hun waarden en mooie en grote families achter.

 

Ter nagedachtenis van Ahmed Ben Moussa, Ba Brahim Ouachen en alle anderen ...

 

Artikel mede geschreven door Bachir Barrou (regisseur van de documentaire "Enfants d'ici, Parents d'ailleurs"), Camille Fortunier (universitair onderzoekster) en Robin Delobel (journalist) – leden van Nomad's Prod Asbl

Nomad's Prod is een verenigingsproject gespecialiseerd in educatie via media, de productie van documentaires met een maatschappelijke affiniteit en de begeleiding van jonge Belgische en Marokkaanse kunstenaars. De vereniging Nomad's Prod werd opgericht in 2017 en wil een brug slaan tussen Marokko en België.

Volg meer nieuws via